Cognitieve gedragstherapie gaat er vanuit dat het niet gebeurtenissen zijn die klachten veroorzaken, maar de ‘gekleurde’ bril waardoor je de dingen ziet en bepaalde gedragspatronen die klachten in stand houden. Door deze negatieve gedachten anders te leren interpreteren, krijg je een meer realistische kijk op je gevoelens en op je ervaringen. Hierdoor kunnen negatieve gevoelens verminderen of verdwijnen. We gaan daarom je gedachten onder de loep nemen, en kijken in hoeverre ze van invloed zijn op jouw gevoelens en handelen. Dit doen we onder andere met een zogeheten G-schema (zie hiernaast): hiermee kunnen we op een gestructureerde manier jouw gedachten en gevoelens en de situatie waarin deze zich voordoen, onderzoeken. Een ander belangrijk element van de behandeling betreft het veranderen van gedragspatronen die psychische en emotionele problemen in stand houden.

Acceptance and Commitment Therapy (ACT) leert je het gevecht met vervelende gedachten, gevoelens en lichamelijke sensaties op te geven, en je aandacht te richten op hetgeen je echt belangrijk vindt in je leven. Het is een vorm van gedragstherapie, waarbij veel gebruik wordt gemaakt van metaforen en oefeningen, waardoor je op een ervaringsgerichte manier de verschillende ACT-vaardigheden oefent.

Acceptatie
Ruimte maken voor vervelende gedachten en gevoelens.
Het Zelf
Je zelf los leren zien van je zelfbeeld.
Defusie
Afstand nemen van je gedachten, kiezen om te doen wat je gedachten je vertellen of niet.
Hier en Nu
Bewuste aandacht oefenen voor het hier en nu.
Waarden
Stilstaan bij wat je echt belangrijk vindt in je leven.
Toegewijd Handelen
Actief investeren in je waarden.

Interpersoonlijke psychotherapie (IPT) is een steunende gesprekstherapie, gebaseerd op de veronderstelling dat mensen andere mensen nodig hebben om zich goed te voelen, en dat veranderingen in relaties met belangrijke anderen een depressie kunnen uitlokken bij mensen die daar gevoelig voor zijn. We richten ons op de (recente) aanleiding die mede tot jouw klachten heeft geleid, en op het vinden van een oplossing daarvoor of een manier om er mee om te leren gaan. Vervolgens wordt een probleemgebied uitgekozen om de behandeling op te richten: Rouw (verlies van een belangrijk persoon in je omgeving), Interpersoonlijk conflict (een conflict waar je niet uit komt met een belangrijke ander) of Rolverandering (een belangrijke overgang in je leven, waardoor relaties met anderen veranderd zijn).

EMDR (Eye Movement Desensitisation and Reprocessing) helpt herinneringen aan ingrijpende ervaringen verwerken. EMDR is effectief bij post traumatische stressstoornissen, maar wordt ook toegepast bij klachten als faalangst, somberheid en een negatief zelfbeeld. Een belangrijk onderdeel van EMDR is het ‘desensitiseren’; terwijl je de emotioneel geladen herinnering in gedachten neemt, en de gevoelens, gedachten en de beelden die daarbij horen, wordt er een afleidende stimulans aangeboden. Door de combinatie van het terugdenken aan de gebeurtenis en tegelijkertijd je concentreren op de afleidende stimulans (een vingerbeweging of een geluid en/of een lichtbalk), zal de emotionele lading afnemen en zal je minder last hebben van de herinnering. Hiervoor zijn doorgaans meerdere sessies nodig.